Worden de gyprocwerken schilderklaar opgeleverd? Deze vraag krijgen we heel dikwijls bij het plaatsen van gyprocwanden of plafonds. Ja, wat is schilderklaar?
Schilderklaar: een inleiding.
Er zijn in België vier verschillende categorieën van “schilderklaar” of beter gezegd vier verschillende graden van afwerking voor gipskarton. In dit artikel overlopen we één en ander. We zetten de 4 categoriën in detail naast elkaar zodat u door de vier bomen het bos ziet.
Over de afwerkingsgraad van gyproc is er . De aannemer begrijpt bij “schilderklaar” dat de afgewerkte gyprocplaten klaarstaan voor de schilder. Dat deze dan start met zijn normale voorbereidingswerken tot schilderen: te weten het schuren met schuurpapier, eventuele putjes wegplamuren,… De (particuliere) klant verstaat iets heel anders onder “schilderklaar”. Namelijk dat de werken klaar staan om te schilderen en dat hij naar de verfwinkel kan gaan om daar een mooi kleurtje te kopen om dat op zijn plafonds of muren te zetten. Er waren en er zijn dikwijls nog veel misverstanden hierover. Een oplossing drong zich op en er werd binnen de afwerkingssector een classificatiesysteem opgezet. Dit gebeurde op Europees niveau in de schoot van de UEEP (Europese Vereniging van Stukadoors- en Plafond- en Wandbedrijven)
Overzicht en omschrijving
Deze 4 categorieën van “schilderklaar” hebben soms een andere naam, laat je daardoor niet misleiden. Maar het zijn er altijd 4 en de technische regels zijn ongeveer identiek. De meest courant gebruikte (internationale) benamingen zijn Q1, Q2, Q3 en Q4. In België werd deze norm geïmplementeerd door het WTCB. Daarbij gebruikt men de benaming F1, F2a, F2b en F3, waarbij Q1 = F1, Q2 = F2a, Q3 = F2b en Q4 = F3. De Belgische interpretatie is iets minder strict dan de originele internationale norm, daar waar bij de Q-normen de volledige verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de uitvoerder van de gipskartonwerken, worden in de F-normen minimale fouten nog getolereerd voor zover ze kunnen verholpen worden binnen het kader van de normale voorbereidingswerkzaamheden van de schilderwerken zoals beschreven in de WTCB Technische Voorlichting 249: “Leidraad voor de goede uitvoering van schilderwerken”
Q1
Dit is de laagste graad van afwerking: enkel de schuine kanten worden gewapend met voegband en in 1 keer dichtgesmeerd. De schroefgaten en muuraansluitingen worden niet gedaan. De reden dat het zo ruw gebeurt is dat deze ondergronden enkel gebruikt worden voor een dikkere afwerking: bijvoorbeeld met tegels, platen,… Hierbij is de gipskartonplaat enkel maar een drager voor hetgeen er nog boven moet komen. Bramen, putjes of sporen van gereedschap zijn toegestaan bij deze afwerking.
Q2
Deze afwerking is diegene die de meeste mensen kennen. De schuine kanten worden gewapend met een voegband, en samen met de schroefgaten afgesmeerd in 2 of 3 keer. De inhoeken en uithoeken worden scherp uitgetrokken met de nodige voegbanden en hoekprofieltjes, evenals de aansluiting tegen andere materialen. Zo krijgt het oppervlak het typische patroon met witte strepen en vlekjes. Een groot stuk van de gipskartonplaat is nog zichtbaar. Het is de standaardafwerking die gebruikt wordt als ondergrond voor matte verf, dikke structuurverven, grof behangpapier en sierpleisters met een korrelgrootte van > 1 mm en moet dus voldoen aan de “normale” eisen. De overgang tussen de voegen en het oppervlak van de plaat moet gelijkmatig verlopen zonder niveauverschillen, er mogen geen bramen zijn maar kleine oneffenheden zijn niet geheel te vermijden, net zoals sporen van gereedschappen.
Voorbeeld van gyproc afgewerkt op kwaliteitsnivau Q2.
Q3
De basis voor Q3 is de standaard afwerking Q2, maar daarbovenop moeten de voegen iets breder worden uitgewerkt en wordt een volledige dunne laag (schraaplaag) aangebracht over de volledige oppervlakte. Dit flinterdun laagje (film) dient enkel om de poriën van de plaat dicht te zetten. Oneffenheden zijn niet meer toegestaan. Echter onder invloed van strijklicht zijn sporen van gereedschap niet uit te sluiten. De omvang van die sporen moet kleiner zijn dan in Q2. Deze afwerking voldoet aan “hogere” eisen en wordt gebruikt bij afwerking met fijn behangpapier, heel fijne structuurafwerking of coatings, satijnverven en sierpleisters met een korrelgrootte van < 1 mm. De verdere afwerking zal ook makkelijker verlopen omdat de zuigkracht van het volledige oppervlak gelijk is. Indien nodig moet er geschuurd worden door de gyprocplaatser.
Q4
Voor de hoogste graad van afwerking wordt eerst de oppervlakte afgewerkt tot niveau Q2. Daarna wordt er over de volledige oppervlakte een afwerkingslaag gezet van ongeveer 1 mm. Alle bewerkingssporen dienen tot een minimum beperkt te worden, oneffenheden zijn volledig uit den boze. Strijklicht of scheerlicht kan plaatselijk schaduwvorming op het plaatoppervlak veroorzaken, maar ook dit dient tot een minimum beperkt. Deze “hoogste” eisen worden gesteld aan ondergronden die later worden afgewerkt met glad of glanzend behangpapier, lakverven, stucco lustro of andere glanzende afwerkingen. Er moet geschuurd worden door de gyprocplaatser. Volledige oppervlaktes die helemaal vlak en schaduwvrij zijn, kunnen niet worden gerealiseerd.
Voorbeeld van gyproc afgewerkt op kwaliteitsnivau Q4.
Conclusie
Woorden als “schilderklaar” of “behangklaar” zouden ondergeschikt moeten zijn aan het duidelijk afspreken van een afwerkingsgraad met uw aannemer. Zo weet u precies wat u kan verwachten als er bij u gyproc geplaatst wordt. Als er op voorhand niets is afgesproken, niets voorzien is in het lastenboek of contractueel is vastgelegd, dan is categorie Q2 altijd van kracht. Die standaardafwerking is het minimum dat de gyprocplaatser dan moet opleveren en het maximum dat de bouwheer mag verwachten.
Als u een betere kwaliteit / hogere categorie van afwerking wenst bovenop de gewone, hou er dan rekening mee dat er meer werk aan is en dus ook iets meer kost. Dit moet wel op voorhand doorgesproken zijn en mee op uw contract staan. Maar dan heeft u achteraf ook minder werk met het voorbereiden van de ondergrond bij de schilderwerken. Dan kan u snel uw mooie kleurtje op uw muren of plafonds zetten.