Dit gyprocplafond was origineel slecht afgewerkt waardoor na het schilderen de voegen nog zichtbaar waren bij tegenlicht.
Bij de plaatsing van dit gyprocplafond waren de voegen en de schroefgaten niet voldoende zuiver afgewerkt. Bij tegenlicht waren de voegen duidelijk zichtbaar.
Hoe komt dat?
Er zijn verschillende redenen waarom voegen zichtbaar kunnen zijn na het afwerken van gyproc. De meest voorkomende is dat er te veel druk wordt uitgeoefend op het gereedschap. Zo vul je niet de volledige schuine kanten met jointfiller. Of er wordt te weinig materiaal gebruikt: je moet echt wel 2 keer jointfiller leggen in die schuine voegen. Soms wordt er achteraf ook teveel geschuurd.
Soms wordt er ook onaangepast gereedschap gebruikt: bijvoorbeeld een te smalle spatel of een te soepel plamuurmes. Welk gereedschap gebruik je dan best? Moeilijk te zeggen; als je bij 100 gyprocplaatsers gaat vragen hoe zij werken, krijg je 80 keer een ander antwoord. Je gereedschap moet voldoende stijfheid hebben en tegelijk een goede souplesse en voldoende breed zijn. Een breedte van 16cm is zeker nodig om de schuine kanten af te werken. Een breed plamuurmes, en smalle spatel/paletmes of en poulierijzer zijn de meest gebruikte. Roestvrij staal is een vereiste om geen roestvlekken op je plafond te krijgen. Niet enkel je gereedschap is belangrijk, maar ook je techniek van afsmeren alsook de consistentie van het voegmateriaal waarmee je afsmeert.
Als de schroefgaten nog zichtbaar zijn, dan zitten dikwijls de gyprocschroeven niet goed vastgeschroefd. Soms zitten ze niet helemaal in de plaat, soms zijn ze door het karton getrokken. Als je schroeven te diep zitten,dan komt je jointfiller in aanraking met de gipskern van de gyprocplaat en zuigt zich in. Je zal dus 2 of 3 keer jointfiller moeten aanbrengen. De hechting van de plaat aan de onderliggende kader is ook verminderd als je je schroeven te diep indraait, dit ter zijde.
Hoe los je dat op?
Toen dus het plafond in deze woning opnieuw opnieuw geverfd moest worden, werd Albarius ingeschakeld om de voorbereidende plamuurwerken te doen.
Het volledige plafond werd eerst afgewassen, geschuurd en ontstoft. Daarna werden de voegen op de juiste dikte uitgeplamuurd in 2 lagen en na droging werden nog eens 2 flinterdunne lagen plamuur aangebracht over het gehele plafond. Eens die opnieuw geschuurd waren konden de schilderwerken probleemloos uitgevoerd worden.
Tijdens deze werken werd geen gebruik gemaakt van jointfiller, wel van een schildersplamuur. Immers er was al geverfd en jointfiller is niet ideaal om aan te brengen op verf.